Alle eerstejaars moeten een stage doen gedurende hun eerste jaar. Omdat Bart en ik hier maar een semester zijn, doen we dit vak niet. Maar Bart heeft zelf een stage geregeld bij HTB en ik wilde ook een paar keer ‘iets’ gaan doen. In het gesprek hierover met verschillende mensen kwam de organisatie ‘Watford New Hope Trust’ (WNHT) steeds naar voren. Daarom ben ik daar maar eens een kijkje gaan nemen.
WNHT is in 1990 begonnen met twee huisvrouwen die vanuit hun geloof iets wilden betekenen voor daklozen. Ze voelden zich aangesproken door het vers uit Jesaja 58 waar het gaat over je brood delen met mensen die honger hebben en onderdak bieden aan daklozen. Ze begonnen daar heel praktisch handen en voeten aan te geven door deze mensen bij hen thuis uit te nodigen(!). Al snel groeide hun idee uit tot een organisatie die probeert mensen die in de problemen geraakt zijn te hulp te komen en een kans te bieden terug te keren in de samenleving. Dat doen ze bijvoorbeeld met een ‘daycentre,’ waar mensen ’s ochtends binnen kunnen lopen voor ontbijt, koffie, thee en een lunch, en ’s middags workshops gegeven worden. Ook zijn er een nightshelter, beschermde woonvormen en sociale werkplaatsen. Een ‘charity shop’ biedt tweedehands spullen aan en de opbrengst gaat naar WNHT.
In die charity shop heb ik een dag meegeholpen. Charity shops zijn heel gewoon in Engeland en iedereen winkelt er, op zoek naar een koopje. Waarom meer betalen als het voor minder kan? Je zou denken dat dit een concept is dat ook bij Nederlanders past, maar toch ken ik niet veel dergelijke winkels in Nederland. In ieder geval runnen veel liefdadigheidsorganisaties charity shops in Engeland, zo ook WNHT. Deze wordt draaiend gehouden door veel vrijwilligers, en de manager heet Polly. Een wervelwind van een vrouw, onvermoeibaar werkend, hoewel ze al tegen de zeventig loopt, hele dag bezig met uitpakken van spullen die gebracht worden, uitzoeken, prijzen en vooral: bemoedigen van bezoekers en vrijwilligers. Ik heb geprobeerd haar bij te houden, maar dat viel niet mee. Aan het eind van de dag was ik helemaal afgedraaid!
Polly heeft ook geregeld dat ik een dagje in het daycentre mee kon draaien, ook al kon dat eigenlijk niet, omdat je een ‘Criminal Records’ controle moet ondergaan die een paar weken in beslag neemt. Degene met wie ze het geregeld had, was er niet op de dag dat ik daar aan kwam ’s morgens vroeg, en ze wisten ook niet van mijn komst, maar omdat ze een vrijwilliger tekort kwamen, kwam ik eigenlijk als geroepen. Zo heb ik de hele morgen schaaltjes pap uitgedeeld, afgewassen, koffie en thee (met melk!) (en veel suiker!) geschonken, afgewassen, in de pan met curry geroerd en nog meer afgewassen. En toen nog meer afgewassen. En ondertussen wat korte gesprekjes met de bezoekers gevoerd.
Wat ik het meest indrukwekkende vond, was dat twee hele gewone vrouwen met dit werk zijn begonnen, vanuit compassie met hun medemens. Heel bijzonder! Verder merkte ik dat de mensen die naar het ‘daycentre’ komen, vooral zoeken naar een normaal menselijk contact. Waardoor ze ervaren dat ze gelijkwaardig behandeld worden in plaats van gemeden, omdat ze onfris ruiken, geen baan hebben en soms zelfs geen huis. En dat is iets, wat iedereen kan doen. Je hoeft geen hulpverlener te zijn, of de problemen van een ander op te lossen. Een luisterend oor en een vriendelijke blik zijn blijkbaar al heel veel waard.
Twee bijzondere dagen!
Boek: Entertaining Angels (Janet Hosier/Liza Hoeksma)
Website: http://www.wnht.org.uk/